In Rotterdam leeft 1 op 16 kinderen in armoede.

Dat is veel. Te veel, vindt ook Michiel Grauss. “Maar”, benadrukt de wethouder, “Vorig jaar was dat nog 1 op 17 en dat jaar ervoor 1 op 18. Er is dus een voorzichtige, positieve beweging merkbaar. Mede dankzij initiatieven als de voedselbank.”

Michiel Grauss (1970) is namens ChristenUnie-SGP wethouder in Rotterdam. Sinds 5 juli 2018 is hij verantwoordelijk voor de portefeuille armoedebestrijding, schuldenaanpak en informele zorg. Wat informele zorg is, vraag je? Dat zijn de vrijwilligers, mantelzorgen en burgerinitiatieven. Eigenlijk al die mensen die zich inzetten voor de maatschappij, zonder daarvoor betaald te worden. “En daarvan zijn er in Rotterdam heel veel”, weet Grauss. “De betrokkenheid in deze stad is groot. Het liefst zou ik bij alle partijen fysiek aanschuiven, kijken wat we voor elkaar kunnen betekenen.” 

Zelf aan de band

Bij Voedselbank Rotterdam is Grauss gelukkig zo goed als vaste gast. Ook al voordat hij wethouder werd, zag hij ons distributiecentrum meermaals van binnen. “Ja, dan vergaapte ik me aan alle voedingsmiddelen die anders weggegooid zouden worden. Hoe stom is dat? Beter om dan aan de lopende band te staan en ze te verdelen in de pakketten.” Later, in zijn functie als wethouder, bezocht hij ook meerdere uitdeelpunten. “Daar wordt ik steeds weer getroffen door de gemeenschapszin van zo’n locatie. Vrijwilligers zetten zich met hart en ziel in voor hun medemens. Vaak weten ze uit eigen ervaring wat armoede betekent. De hulp gaat dan ook verder dan enkel dat kratje eten, vrijwilligers maken een praatje en wijzen waar mogelijk op andere organisaties en acties die mensen verder kunnen helpen. Dat maakt me immens trots. Ik ben dan ook de persoon die de Erasmusspeld opprikt als deze vrijwilligers 10 jaar ‘in dienst’ zijn.”

Doorzettingsvermogen

En nu bestaat Voedselbank Rotterdam dus zelf 20 jaar. Geen speldje, maar wel erkenning. Grauss: “Ik durf te zeggen: jullie stichting is een belangrijke steunpilaar van het Rotterdamse armoedebeleid. De gemeente neemt jullie rol heel serieus en bewijst dat middels een jaarlijkse subsidie. Ik bewonder het doorzettingsvermogen van alle betrokken vrijwilligers. En roep ook andere Rotterdammers op hun voorbeeld te volgen. Iedereen heeft wel iets wat hij of zij goed kan. Met één stapje erbij kun je anderen al helpen. Oké, armoede helemaal oplossen zal waarschijnlijk niet lukken, maar samen kunnen we wel de last van tientallen, misschien wel honderden regiogenoten verlichten. Dat is concrete winst.”